- De huidige beursrally in de VS wordt gedragen door een handjevol techaandelen die de ‘Magnificent 7’ worden genoemd.
- Vaak wordt hierbij een vergelijking getrokken met de internetzeepbel van rond de eeuwwisseling.
- Maar de huidige techbubbel lijkt meer op een zeepbel uit de jaren 70, volgens de Amerikaanse econoom David Rosenberg.
- Lees ook: De beurs bevindt zich in een grote zeepbel: die kan aandelen tot eind 2025 een koersstijging van nog eens 30% bezorgen, volgens beursstrateeg
De hype rond artificial intelligence vertaalt zich op de beurs in extreme koerswinsten voor een handjevol grote techfondsen. De koersen van de zogenoemde Magnificent 7 (Apple, Amazon, Microsoft, Google/Alphabet, Meta, Tesla en Nvidia) knallen omhoog. Dat gaat zo hard, dat sommige beleggers vrezen voor een zeepbel die hard uiteen kan spatten.
Vele beleggers zien overeenkomsten met de situatie in het jaar 1999, toen er ook extreme koerswinsten waren van techfondsen, die eindigden in de beurscrash van begin deze eeuw. Ze vinden dat de AI-hype lijkt op de dotcom-zeepbel.
Maar er is ook een eenvoudig weerwoord: techaandelen zien er nu niet zo uit als in 1999. De grote techreuzen die nu hard stijgen op de beurs, maken forse winsten, terwijl veel internetaandelen eind jaren negentig verliesgevend waren.
Techbubbel: de beurscrash van de Nifty Fifty in de jaren ’70
Er is eerder een bubbel van winstgevende bedrijven geweest die wél is gebarsten: het gaat dan om de zogenoemde Nifty Fifty-aandelen uit de jaren 1960 en 1970. Na een periode van bovengemiddelde prestaties, werd deze club als onaantastbaar gezien. Maar uiteindelijk zakte deze groep aandelen met 60 procent in periode tussen 1973 en 1975, merkt de Amerikaanse econoom David Rosenberg deze week op.
De groep omvatte bedrijven zoals Coca-Cola, Proctor and Gamble, en McDonald's. "Deze beruchte groep van 50 bedrijven werd beschouwd als een strategische buy and hold forever-keuze. Maar in 1973 kregen ze te maken met een crash", schrijft Rosenberg in een woensdag verschenen rapport. "Dit waren serieuze bedrijven, maar het sentiment van beleggers sloeg om naar euforie en stuwde aandelenkoersen en waarderingen naar het zeepbelterritorium. Dat ging verder dan wat de fundamentele waardering rechtvaardigde."
Niet alle Nifty Fifty-bedrijven gingen overigens even hard onderuit. Het verontrustende op dit moment is dat er sprake is van een extreem klein groepje aandelen dat het goed doet, stelt Rosenberg.
De zeven dominante techaandelen zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de koerswinst van de brede S&P 500-index (45 procent alleen al in januari). Tegelijk beleggers blijven beleggers vooral in deze aandelen geld stoppen.
"Wat er gebeurt met de Magnificent 7 is hetzelfde als wat er gebeurde met de Nifty Fifty. Beleggers die vatbaar zijn voor hypes geven toe aan de verleiding om zich bij de kudde aan te sluiten," schrijft Rosenberg.